Skip to main content

Het verhaal van Stokke Piet, de koetsier met het houten been

Stokke Piet met hondenkar, links de bakkerij van Vlaming


Voor het volgende jaarboek zijn we op zoek naar informatie over en beeldmateriaal van Piet Beemsterboer. Hij had een houten been, en werd daarom Stokke Piet genoemd. Stokke Piet dreef met zijn vrouw een manufacturenwinkel in een pand tegenover de Elisabethstraat te Grootebroek, ten westen van de toenmalige winkel van juwelier Hinke.

Wie was Stokke Piet? Stokke Piet (geboren als Piet Beemsterboer op 28 juli 1875 in Zwaag, overleden in Medemblik op 17 april 1957) was van origine werkzaam als rietdekker. Op een dag viel hij tijdens zijn werkzaamheden van het dak, wat hem een been kostte. In die tijd waren er nog geen goed gelijkende kunstbenen. Piet kreeg een houten been (stok) aangemeten en kreeg al snel de bijnaam Stokke Piet. Rietdekken was er niet meer bij. Om in zijn onderhoud te voorzien, begon hij met zijn vrouw (Maria Susanna Hermina Groenendijk, geboren 8-9-1872) een manufacturenwinkeltje.

Piet Beemsterboer met zijn vrouw
Stokke Piet Beemsterboer met zijn vrouw.
Piet Beemsterboer was daarnaast in de oorlogsjaren en daarna actief als taxi met paardenkoets. De jeugd van Grootebroek en Lutjebroek had er in die tijd pret in om, als ze Stokke Piet horden aankomen, luidkeels zijn bijnaam te roepen en achterop de wagen me te rijden. Uit die tijd stamt onderstaande herinnering, die we ontvingen van Vincent Ligthart:

‘Ik heb de tijd nog meegemaakt dat koetsjes als taxi fungeerden. In Grootebroek woonde naast het ouderlijk huis van mijn schoonmoeder (Gré Hinke) “Stokke Piet”. Eigenlijk heette hij Piet Beemsterboer, maar hij had de bijnaam “Stokke Piet” omdat hij een houten been had. Hij had een tweewielig koetsje met een paard er voor en met het deurtje aan de achterkant. Daarmee deed hij taxidiensten. Toen ik op de lagere school zat haalde en bracht hij regelmatig mensen van het station in Hoogkarspel. Hij kwam dan met zijn koets langs onze school. Je hoorde al op een flinke afstand het geluid van de hoeven van het paard op het wegdek, het had een mooi statig ritme. Zodra ze het paard hoorden renden een heleboel kinderen naar de straat en riepen in spreekkoor en heel hard: “Stokke Piet, Stokke Piet, Stokke Piet…”

Ook probeerden sommige jongens op het treeplankje voor het deurtje aan de achterkant van de koets te gaan zitten en zo een eindje mee te rijden. Stokke Piet wilde hier altijd zo gauw mogelijk doorheen zijn en begon ruim vóór hij bij onze school kwam al zijn paard met de zweep aan te sporen. Nu nog hoor ik het mooie statige ritme van de hoeven op de weg, het klappen van de zweep, en daar tussen door het spreekkoor van de kinderen. De onderwijzers zeiden vaak dat het afgelopen moest zijn met het spreekkoor gedoe, maar dat haalde niet veel uit. Stokke Piet onderging het gedoe trouwens waardig. Hij schold niet, ging op geen enkele manier tekeer, sloeg de kwajongens niet met zijn zweep en liet, voor zover ik me herinner, zijn woede, als hij die al had, niet blijken. Hij keek strak voor zich uit en onderging, zoals ik zojuist al zei, het gedoe waardig; je zou haast zeggen “met opgeheven hoofd”.

Voor het jaarboek zijn we zoek foto’s van het echtpaar Beemsterboer en van de paardenkoets. Ook advertenties voor de manufacturenwinkel zijn welkom en wellicht krantenknipsels over de winkel en het gezin. Wanneer de winkel is gesloten, is niet bekend. Wel weet Vincent Ligthart zich te herinneren dat Piet Beemsterboer in ieder geval tot 1949 door Lutjebroek reed met zijn koetsje. Wie meer kan vertellen over het leven van Stokke Piet Beemsterboer, kan contact opnemen via email: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.